In een recent geval van diefstal werden twee vrouwen op heterdaad betrapt en voor de wet gebracht. Ze werden schuldig bevonden aan hun misdaden en veroordeeld tot een harde straf. Hun misdaad was niet zomaar een gewone diefstal, maar een afschuwelijke daad die de gemeenschap in shock had achtergelaten. De rechtbank besloot in haar wijsheid dat de beste vorm van revalidatie voor deze vrouwen een zware vorm van discipline was. De vrouwen werden naar een afgelegen locatie gebracht, waar hun straf zou worden uitgevoerd. Ze werden ontbloot, hun lichamen blootgelegd aan de koele bries. De mannen die verantwoordelijk waren voor hun straf waren niet harteloos; ze geloofden in lesgeven in plaats van alleen straffen. Ze geloofden dat de pijn de leraar was en ze waren het beste klaar om deze vrouwen te onderwijzen. De vrouwen zouden de handelingen nooit vergeten. Maar ze hadden het gevoel dat hun lichamen vol waren aan het einde van hun straf, ze wisten gewoon dat ze hun bruutserten hadden.