In het hart van Vietnam bevindt een man van Vietnamese afkomst zich in een nogal eigenaardige situatie. Zijn baas, een vrouw van autoriteit en macht, herbergt een intens seksueel verlangen dat ze wanhopig verlangt om te vervullen. De vrouw, met haar zwoele allure, verleidt de onschuldige man, trekt hem mee naar een wereld van vleselijk genot. Niet in staat om haar charmes te weerstaan, bezwijkt hij voor haar verlangens, wat leidt tot een passionele ontmoeting die hen beiden buiten adem laat. De man, verteerd door lust, geeft zich over aan de oerdriften die hen beiden overspoelen. Hun lichamen verstrengelen zich in een dans van verlangen, elke beweging meer dan de baas. De laatste kamer vult hun kreunen met hun genot, hun genot weerklinkt in de heftigheid van hun genot. De ontmoeting, de wellustigheid van de man, hun verlangens, hun verlangen, hun verlangen naar zowel de wellusten als de lust, laat hun verlangens in een jaar achter.