De scène begint met een tengere politieagent die betrapt wordt op stelen. Ze wordt snel aangehouden door de politieagent, die veel groter en gespierder is dan de tengere verdachte. De politieagent heeft duidelijk de controle over de situatie, en de verdachte is duidelijk bang. De verdachte is jong, met een jeugdige uitstraling en een tenger kader. De politiemannen zijn beide in uniform, en het tafereel speelt zich af in een typisch politiebureau. Het politiebureau begint de verdachte te ondervragen, en het verhoor gaat duidelijk niet goed voor de verdachte. de verdachte begint te huilen en om vergiffenis te smeken, maar de politieagent is niet sympathiek. De politieathese heeft duidelijk de leiding, en de situatie wordt steeds gespannener. De politie gaat dan over tot een opwinding, de politie pijpt de beide partijen en verdenkt zich duidelijk van opwinding.