Een jonge vrouw, verlangend van verlangen, vindt dat ze hunkert naar meer dan alleen de aanraking van haar man. Ze hunkert de smaak, het gevoel, de rauwe passie van seks. Eén noodlottige nacht grijpt ze de gelegenheid aan om haar honger te stillen. Ze roept haar vriend, een man met goede bedoelingen, naar haar huis. Wat zich ontvouwt is een verleidelijke vertoning van oraal genot, terwijl ze gretig fellatio uitvoert op haar vriendin. De aanblik van haar op haar knieën, haar hoofd gevuld met zijn mannelijkheid, is een lust voor het oog. Het tafereel is een bewijs van haar onverzadigbare honger naar genot, haar onwrikbare verlangen om de diepte van haar vleselijke verlangens te verkennen. Asswals slikt zijn lading, zijn lading, de essentie van zijn lading, en de essentie van haar toxische smaak. Een verzadigbare, verzadigende, verzachtende en verleidelijke mond vol lust. Deze aanblikking van de verboden passie, alle lust in het verhaal.