Daisy, een onderdanige schoonheid, knielt gretig voor me neer, haar lippen gaan uit elkaar om mijn kloppende mannelijkheid te verwelkomen. Ze neemt me in zich op, haar tong danst over me heen, haar speeksel druipt langs mijn schacht. De aanblik van haar, haar jurkje verfrommeld om haar heen, haar lichaam volledig tentoongesteld, is een lust voor het oog. Ondertussen vind ik mijn eigen genot, mijn hand reikt naar beneden om mijn hard geworden lengte te strelen. Maar de spanning zit net in de raak, zijn in de sensatie van mijn vingers die in mijn keel verdwijnen, het kokhalzen voegt een extra laag opwinding toe aan het tafereel. Daisy gaat door met haar werk, haar hoofd op en neer bewegend in de kamer, kreunend in de kamer. Haar tong en tong vaardigheid werken samen, en zenden me door elke beweging, het plezier van haar lichaam, het samenbrengen van een perfecte beweging, het gevoel van onderdanigheid en onderdanigheid, het creëren van een perfecte scène van onderdanigheden.