In een typische werkplekomgeving vangt een winkelier een klant met schuine ogen op die probeert een jurk onder haar trui te verbergen. Geconfronteerd geeft de schuldige toe aan haar verlekkerde daad, wat leidt tot een verhitte uitwisseling. De winkelier, een groot geschapen heer, besluit de dief een lesje te leren die ze niet zal vergeten. Hij ontdoet haar van haar kleding, waardoor haar ruime boezem zichtbaar wordt, die hij blijft betasten. Hij onthult zijn indrukwekkende mannelijkheid, die hij haar dwingt te dienen. De vernedering escaleert als hij haar beoordeelt voor de diefstal, waardoor haar onrecht wordt erkend. Het publiek kijkt alleen maar verschrikt naar de situatie. De scène van de ontmoeting, de gepassioneerde ontmoeting, laat de winkelier gepassioneerd achter en een grondige eerbeurt achter. Deze vloeking is een zware laster, een diepe eerbetoon en een diepe smetting.