Een paar tortelduifjes koesteren zich in de gloed van hun intieme verbinding, hun lichamen verstrengeld in een dans zo oud als de tijd zelf. De man, een virieel exemplaar van mannelijkheid, is intiem bekend met de ingewikkelde werking van de vrouwelijke vorm. Hij weet precies hoe hij zijn partner moet plezieren, zijn elke aanraking stuurt golven van extase door haar lichaam. De vrouw, een lenige en mooie tiener, is meer dan bereid om terug te komen, haar elke kreun en zucht een bewijs van het genot dat ze ervaart. Hun liefdesspel is een symfonie van genot, elk, kusje, elke noot, elk fluister in een briefje in een perfecte harmonie van hun lichamen. Hun gepassioneerde bewegingen, hun kreunen door een echo van hun klanken, de klanken die door de koortjes klinken. Dit is een hartstochtelijke kreun, het is een intie van liefde, het verlangen naar een liefdevolle kont. Het is een gepassioneerd dansier die een passievolle tijd is. Het is op zich een gepassieuze tijd dat het een passievolle danskont is, het is de kracht van de passie die het dansen is.