In het land van de vrije, waar het publiekelijk tonen van genegenheid niet alleen mag maar aangemoedigd wordt, bevindt een man in uniform zich in een trein, zijn hand verkent het gebied onder zijn riem. De spanning om betrapt te worden, de rush van publieke ontmaskering en de fetisj van zijn uniform zorgen samen voor een onweerstaanbare mix van opwinding en verlangen. Terwijl de trein doorrammelt, blijft hij zich aftrekken, zijn hand gaat steeds sneller, zijn ademhaling slaat bij elke slag. Het gevoel bekeken te worden, gevangen te zijn in de handeling, draagt alleen maar bij aan zijn opwinding. Zijn hand beweegt in een ritme, zijn lichaam spant zich bij elke stoot, zijn ademhaling vangt zijn keel. En dan met een krachtige trein, laat hij zijn zaad los, laat zijn uniform over zijn uniform heen stromen, zijn uniform blijft onweerstaan, zijn intieme reis gaat gewoon door en hij weet dat zijn herinnering voor altijd zal blijven, maar hij weet dat hij voor altijd in het openbaar zal blijven.