Na een leven vol kleine misdaden dacht de jonge dief dat hij het allemaal gezien had. Maar dit was zijn laatste fout. Toen hij in brak in weer een ander huis, wist hij weinig dat de nietsvermoedende huiseigenaar zijn wereld op zijn kop wilde zetten. De huiseigenaar, een doorgewinterde veteraan in de wereld van genot, was verre van onder de indruk van de gedurfde tienerinbraak. In plaats daarvan besloot hij hem een lesje te leren dat hij nooit zou vergeten. Met een stevige greep in de nek van de jonge dieven gebood hij hem zijn waarde te bewijzen. De tiener liet zich, met een mix van angst en opwinding, gehoorzamen. Hij liet zich op zijn knieën zakken, zijn lippen stonden verlekkerd op om deel te nemen aan het harde huis. De huisbezitter, de eigenaar in de kielzoen, gaf zich de zoete keel van de lieve tiener in zijn handen, de eigenaar van de zoete tante in hun mond en kronkelde het genot van de dief dief die zijn huis zou verlaten, liet hem de genot van zijn huis in bezit nemen en deelde uiteindelijk de geile klanken van de dieven in zijn huis. De dief deelde hem de kennis van zijn huis, de herinnering dat hij tevreden zou zijn met de rest van zijn leven.