Buiten in de uitgestrektheid van het platteland komt een jonge vrouw met voldoende troeven met haar fiets worstelen. De fietsketting is geknapt, waardoor ze in the middle of nowhere gestrand is. Net op het moment dat ze het wil opgeven, komt een ruig knappe man van de naburige ranch haar te hulp. Hij heeft een talent gekregen om dingen te repareren en biedt aan om een handje te helpen. Terwijl hij op zijn knieën gaat zitten om op de fiets te werken, worden zijn ogen getrokken naar haar gulle rondingen, met name haar wulpse borsten. Ze kan niet anders dan zijn aandacht opmerken en voelt een sensatie van opwinding. Hun ogen sluiten zich en een vonkenbranderige vonk die leidt tot een onverwachte ontmoeting in de buitenlucht. De verlangens veranderen al snel in een gepassioneerde uitwisseling met hun voorouders, inclusief het nemen van de buss.