In het hart van de tropen geniet een bloedmooie zwarte godin van de geneugten van een enorme witte schacht. Deze amateurschoonheid, met haar weelderige rondingen en ebbenhouten huid, is geen onbekende in de sensatie van een dikke pik. Haar ogen glinsteren van verwachting als ze dit monsterlijke lid vastpakt, haar vingers nauwelijks om zijn omtrek wikkelen. Ze plaagt zichzelf met de eikel, geniet van de smaak voordat ze hem dieper in haar gretige mond neemt. Buiten, onder de warme zon, bestijgt ze haar partner, haar lichaam trillend bij elke stoot. De grootte van de fallus rekt haar gaatje overweldigend uit, hunkerend naar hun grenzen. Toch hunkert ze meer naar haar lichaam, het maken van hun echo's door de volle sensatie. Het verlangen naar hun liefde, hun verlangen naar hun onverzadigbare schoonheid, maakt haar liefde tot een lust voor haar. Haar verlangen naar een grote lust, haar passie is gebonden aan haar verlangen naar een onverzadigbaar verlangen. Haar liefde voor haar eiland is gebonden, haar verlangen naar genot kent geen grote lust. Haar verlangen om haar te bevredigen, haar verlangen is gebonden om een grote lul te bezorgen.