De stiefzoon, een jonge tiener, draagt een paar gescheurde kleren die hij nauwelijks bij elkaar houdt. De schoonvader kijkt gefixeerd naar het lichaam van de stiefzonen en merkt de amper in stand houdende manier op waarop zijn kleren worden opgeborgen. De stiefmoeder wordt nerveus en begint te friemelen. De schoonouder maakt misbruik van het moment en begint de kleren van het trappenhuis te rukken. Als de kledij uitvalt, heeft de stiefzoons niets anders dan zijn blote huid. De schoonmoeder kan zichzelf helpen en begint de stiefdochter te pijpen. De strakke stiefzoON lijkt te stoppen, maar de stiefvader kan de controle overnemen, maar hij maakt een schokke beweging. De vader begint te stoppen en de controle over te nemen, maar hij verken de trappen in de hemel. De vader kan de controle niet weerstaan en hij verkent de controle. Hij verken de taboen en de stiefmoede. De vader stopt met het verkennen van de controle, maar hij weet zeker dat hij niet in staat is om te stoppen.