Twee ebbenhouten godinnen, na een warme douche, besloten zich over te geven aan wat zelfgenoegzaamheid. Toen ze uit de badkamer tevoorschijn kwamen, sloten hun ogen zich op elkaar, een vonk van verlangen ontstekend. Hun lichamen in elkaar verstrengeld, gaven zich over aan een passionele kus, hun tongen dansten in een prikkelend ritme. Hun vingers verkenden elkaars lichamen, elke ronding en contour met een delicate aanraking opsporend. Terwijl het water langs hun lichamen stroomde, vonden hun vingers hun weg naar hun kloppende verlangens, strelend en plagend tot ze een crescendo van genot bereikten. Hun kreunen galmden door de sympathieke kamer, hun verlangens die alleen maar dienden om hun hoogten te bevredigen, hun lichamen zochten elkaar nog meer toen hun kronkelige bewegingen elkaar bereikten, en ze uiteindelijk hun kronkeerige lichamen bereikten, nadat ze hun adem hadden bereikt, bereikten ze hun krontelloze lichamen met passie.