In een verhaal zo oud als de tijd nemen een jong meisje en haar vader een vakantie naar de bergen, waar de lucht kraakt en het uitzicht adembenemend is. Als ze zich in hun gezellige hut nestelen, wordt de spanning tussen hen voelbaar. Het meisje, met haar onschuldige maar toch onverzadigbare nieuwsgierigheid, kan de aantrekkingskracht van de mannelijkheid van haar vader niet weerstaan. Ondanks haar moeders waarschuwing tegen dergelijke verboden genoegens, geeft het meisje toe aan haar verlangens en zit ze op haar knieën, haar vader te plezieren met een vurigheid die zelfs haarzelf verbaast. Terwijl de nacht voortduurt, wordt de honger naar haar vader sterker. Ze begint zijn lichaam te verkennen, haar handen glijden over zijn gespierde lichaam. De aanblik van haar vader, een oude man met een wilde blik in zijn ogen, stuurt rillingen van opwinding over haar ruggengraat. Terwijl het maanlicht door het raam stroomt, neemt het meisje de mannelijkheid van haar vader in haar mond, haar vaardigheden aangescherpt door jarenlange oefening. Het hoogtepunt van hun ontmoeting laat hen beiden ademloos achter, hun lichamen verstrengeld in een moment van pure extase. Zoals ze daar lagen, uitgegeven en voldaan beseft het meisje dat soms, de meest verboden verlangens kunnen leiden tot de meest bevredigende ervaringen.