Een zwoele, onverzadigbare vrouw bevindt zich in een hotelkamer, bezwijkend voor haar verlangens. Ze wordt in de act gevangen door haar welgestelde, onvoorwaardelijke minnaar, een man die hunkert naar haar seksuele bekwaamheid. Dit is niet zomaar een gewone rendez-vous, maar een terugkerend scenario dat ze met hem heeft opgezet. Hes de klant, zij de prostituee, en dit is hun unieke fetisjistische dans. Terwijl ze midden in haar zelfgenoegzaamheid gevangen zit, kan hij zich niet verzetten. Het zich overgeven aan haar eigen bevrediging is simpelweg te veel om zich te verzetten. Hij spankt haar, herinnert haar aan zijn hand, herinnert haar eraan dat zijn huid stevig verbonden is met zijn dominante stem. De geluiden van hun primaten klinken door elkaar heen, hun pijn vermengen, hun klanken, hun pijngevoelen en hun verboden wereld van lust creëren zich in een wereld van verstrengeling, vermengen en bedwelmen.