Een doorgewinterde tutor, die een brandend verlangen naar fris vlees koestert, confronteert een jeugdige student in een slecht verlichte klaslokalen. De doorgewinterd instructeur, met zijn ogen vol lust, grijpt de kans aan om zich uit te leven in de verboden vrucht van vleselijke kennis. De jonge knul, aanvankelijk uit het veld geslagen, bezwijkt voor de verleidelijke avances van de leraren. De instructrice, met een stevige greep, begeleidt de jongenshand naar zijn kloppende lid, een les in plezier initiërend. De jongen, aanvankelijk aarzelend, merkt al snel dat hij in de vurigheid verstrikt raakt, zijn mond dringt bij het vooruitzicht van de instructie. De instor laat zijn woorden los, leidt hem naar de voorstelling, leidt hem tot de ademhaling, brengt zijn beste ademhaling, brengt hem de beste adem in, en brengt zijn lippen terug, zo te zien is het een succes. De jongen lijkt zijn beste vriend te zijn dank te betuigen.