Een zinderende hete Caraïbische schoonheid, een Dominicaanse bom om precies te zijn, verwachtte gretig een wilde nacht van passie. Ze had haar ogen gericht op zeven mannen, elk klaar om hun verlangens op haar los te laten. Naarmate de nacht vouwde, bevond ze zich in de stuiptrekkingen van genot, genomen door deze zeven gretige studs. De aanblik van haar, bedekt met hun zaad, was een bewijs van de intensiteit van hun ontmoeting. Haar lichaam gloeide met het bewijs van hun lust, een gedeelde tableau van bevrediging die haar adem en inhoud verliet. Dit was een nacht die ze zich herinnerde, een nacht van pure extase, een gemeenschap van klaarkomen, een nacht die haar status als een ware hominicana beschreef.