Mends vrouw, een voluptueuze vixen met rondingen die een man zwak kon maken bij de knieën, besloot een wandeling te maken in hun achtertuin. Ze voelde zich wat avontuurlijk en wilde haar grenzen verleggen. Terwijl ze uitslenterde, begon ze zich uit te kleden en onthulde ze een voor een haar ruime troeven. De aanblik van haar weelderige rondingen, geaccentueerd door de ondergaande zon, was een spektakel om te aanschouwen. Haar man, Mends, was binnen in het huis, zich niet bewust van haar buitenantiek. Maar haar vriendin, die toevallig in de buurt was, ving een glimp op van het verleidelijke. Hij werd betoverd door de schoonheid van haar lichaam, de schokkende onderbuik van haar ondergoed. De aanschouwing van de mannen, de schoften van de zon, de huivering van de zon. De aanzicht van haar vrouw was een schouwspel om te aankijken, de kromming van het goudkleurige genot dat haar tentoon werd gelegd. Deze tentoonstelling was alleen maar een risicovol expositie, het risico van een wild trillend avontuur.