De verleidelijke blondine, een gevangene in de klauwen van haar dominante meesteres, heeft weinig andere keus dan zich uit te leven in de verboden daad van zelfgenoegzaamheid. Haar elke beweging wordt gemonitord door de strenge, autoritaire figuur, die met een ondeugende glimp in haar ogen toekijkt. De jonge vrouw, gebonden door een zware ketting en halsband, bezwijkt voor haar oerdrang, haar vingers dansen over haar vochtige plooien. De aanblik van haar genot, de zoete smaak van haar onderdanigheid, is al haar minnaressen hunkeren. Het spel van macht en verlangen, de blonde moans die door de kamer galmen de pinnakels van de terpen van de teren van de siliaire reiken. Maar het meisje en haar meesteres zijn tevreden over de prestaties, ze bevredigt ver van haar lichaam, de bevrediging, de onderwerping, de onderdanigheid en de onderwerping van de wereld. Dit is een wereld van zoet genot, een wereld van onderdanigheid.