Een groep vrienden verzamelde zich voor een feestje, de sfeer was elektrisch van verwachting. De Indiase schoonheid, een Desi-godin, wilde graag haar verlangens verkennen. Haar vriend, een ondeugende duivel, plaagde haar met zijn deskundige handen, een vurige passie in haar aanwakkerend. Terwijl de muziek doorspeelde, leefden ze zich uit in een hete ontmoeting, hun lichamen verstrengeld in een dans van verlangen. Ondertussen deden hun vrienden mee, waardoor het feest veranderde in een wild, erotisch spektakel. Het jonge stel gaf zich over aan hun oerdrang, zich niet bewust van het publiek. De kamer klonk van gekreun van genot, terwijl de groep dieper in hun vleselijke verlangens verdween. De nacht werd gejaagd van gejammer, hun harts uitgeput, hun gedachten achterlatend in een onverzadigbare herinnering aan hun genot, hun onverzadigbaar verlangen naar genot, enz.