In de stuiptrekkingen van een hartstochtelijke preek nemen de charmante pastoorswoorden een onverwachte wending. Zijn vurigheid naar de Heer wordt weerspiegeld in zijn intense verlangen naar een wulpse schoonheid met een tengere taille. Terwijl hij over verlossing spreekt, smacht hij naar haar weelderige rondingen, zijn ogen die nooit afdwalen van haar verleidelijke troeven. Zijn vroomheid is voelbaar, zijn woorden druipen van lust. Buiten zijn medeweten herbergt de bloedmooie vixen een geheim - een enorm lid dat ze gretig ontvouwt, de pastoor in ontzag achterlatend. Ondanks zijn aanvankelijke schok kan hij zich verzetten tegen al haar pikken. Het tafereel ontvouwde zich in een passievolle dans van hun lichamen. De pastoor, een doorgewinterde kenner van monsterlullen, bezwijkt voor de onweerstaanbare aantrekkingskracht van deze jonge, amateur slet. Hun ontmoeting is een bewijs van de kracht van vleselijk verlangen, een preek in de kunst van het vrijen die zowel de pastoor als de zondaar verzadigd achterlaat. Dit is een verhaal van verboden vrucht en onverzadigbare eetlust, een getuigenis van de oerdriften die ons allemaal drijven.