Terwijl ik door de gang van onze nederige verblijfplaats wandelde, kon ik de aantrekkingskracht van de prikkelende geluiden uit het heiligdom van mijn huisgenoten niet weerstaan. Een nieuwsgierige kerel die ik ben, traceerde ik het verleidelijke gefluister naar hun bron, terwijl ik mijn huisgenoot diep in de stuiptrekkingen van zelfgenoegzaamheid in haar privéruimte vond. Op mijn ontdekking koos ze er eerder voor om terug te komen met een aanbod van verbluffend oraal genot dan dat ze werd overvallen. Hoe kon ik, slechts een sterveling, zo'n voorstel weigeren? Wat zich vervolgens ontvouwde was een wilde, gepassioneerde ontmoeting, gevuld met vurige liefkozingen en intense uitwisselingen. Het tafereel was een verlangen naar onze ontmoeting, een onverzadigbaar verlangen om ons te drijven, het instinct om ons te verzadigen, het instinct dat ons voor altijd gevangen zou houden, en het geheim van onze intieme ziel, die voor altijd in ons geheugen zou worden gedeeld.