Een jonge vrouw met een voorliefde voor de spanning van het verbodene besluit zich over te geven aan wat retailtherapie, maar haar plannen nemen een onverwachte wending als ze wordt betrapt door een waakzame beveiliger van het winkelcentrum. In plaats van de politie te bellen, ziet de bewaker, een doorgewinterde veteraan van het spel, een kans op een ander soort straf. Hij lokt haar naar zijn kantoor, belooft een strenge praatbeurt, maar in plaats daarvan ontketent hij zijn massieve lid, klaar om haar als zijn eigen te claimen. Het meisje, hoewel verbluft, kan de oerkracht van de situatie niet ontkennen. Gretig geeft ze toe, haar strakke gaatje verzwelgt zijn kolossale mannelijkheid. De garage wordt hun speeltuin, hun karikelsletje, hun poging tot een symbool. De bewaker berijdt zijn meester, berijd elk van een ritje op haar bed, de laatste tocht, de emotionele en emotionele kracht van haar voertuig, en laat alle macht, zowel fysiek als fysiek, achter in de verboden macht.