Een jong meisje en haar stiefoom beginnen aan een wild avontuur tijdens hun vakantievakantie. De spanning tussen hen bouwt zich op naarmate ze meer tijd samen doorbrengen, wat leidt tot een verhitte ontmoeting. De stiefoom, die een beetje een lecher is, kan de aantrekkingskracht van het jonge meisje niet weerstaan. Hij begint zijn beweging te maken, zijn handen dwalen over haar lichaam, verkennen elke centimeter van haar. Het meisje, hoewel aanvankelijk aarzelend, geeft al snel toe aan zijn avances. De kamer is gevuld met het geluid van hun zware ademhaling en het zachte ritselen van lakens. De stijve oom, een doorgewinterde speler, neemt de leiding en begeleidt het meisje door elke stap van hun passionele ontmoeting. Het meisje raakt in warmte gevangen, verliest zichzelf op het moment van het genot van haar stap. Hun onvreugen blijft Hoez, met zijn handen op de trap, de trap naar de trappen van hun extase. Het meisje blijft achter met een wilde staat van onrust, de vakantieruimte van het meisje blijft in een wilde staat verkeren.