In een wereld waar taboes moeten worden doorbroken, besluit een gedurfde arts het onbekende gebied van homo-intimiteit te verkennen. Zijn eerste inval in dit nieuwe rijk omvat twee jonge gekleurde mannen, toevallig politieagenten. De setting is in zijn gezellige kantoor, waar de lucht dik is van anticipatie en verlangen. Het tafereel ontvouwt zich met de mannen die hun gebeitelde lichamen onthullen, hun mannelijkheid trots en klaar voor actie. De arts, aanvankelijk aarzelend, geeft al snel toe aan de oerdrang. De drie mannen gaan een passionele ontmoeting aan, hun lichamen verstrengeld in een dans van lust en plezier. De ruwe, intense energie van de kamer is verkenbaar, ze verkennen elkaars lichamen, hun kreunende lichamen. Dit is een ontdekkingstocht, een ontdekkingsreis naar de kracht van de macht.