Een jeugdige Japanse knul, net 21, checkt in op de ziekenboeg met een vaag gevoel van ongemak. Hij wordt door een blanke arts naar de onderzoekskamer begeleid, die van de gelegenheid gebruik maakt om een grondige fysieke handeling uit te voeren. De aanraking van de dokters doet een rilling over de ruggengraat van de jongeman losbarsten, wat een vonk van verlangen doet ontbranden. Naarmate het onderzoek vordert, merkt de knul dat hij bezwijkt voor de artsen. De bekwame artsen verkennen elke centimeter van de knullen lenzen lichaam, zijn aanraking wordt intiever, uitdagender. De knul geeft zich niet meer in staat om zich te verzetten, geeft zich over aan de bedwelmende hele ontmoeting. Het medisch onderzoek transformeert in een gepassioneerde uitwisseling van genot, het gedrag van professioneel gedrag met elke stoot in de medische wereld. Het moment van de botsing van de artsen is een verloren gegane lust, het wordt een routinematig medisch onderzoek dat een onverwachts terugkerend genot wordt. Het moment waarop de dokters een routineonderzoek beginnen, is een routinematig onderzoek.